HET BEELD van de ten Wind, onder Aarde. Een zachte bries die over de aarde waait. Ze raakt alles op de aarde aan, maar laat de dingen zoals ze zijn. Wind over Aarde: het beeld van Observeren. De dingen waarnemen zoals ze zijn en niet zoals je zou willen dat ze zijn.
HET BEELD van het hele hexagram: een open poort. Een poort die zicht biedt op de werkelijkheid en gelegenheid geeft om waar te nemen. Een poort, een venster, een raam, een sleutelgat, een kier, een scheur in de muur, een geopend oog, een kijker, een deurbel camera, een microscoop, een periscoop. Een opening: het beeld van Observeren.
De geopende poort in de benauwende muur van een middeleeuwse stad bood de poorter een blik op de buitenwereld. Een weg, een boerderij, bossages, een dorpje. De reiziger of landman die van buiten door de poort naar binnen keek, zag hoge smalle huizen, straten en steegjes, een marktplein, een stadspaleis. Via de poort ontmoetten de buiten- en binnenwereld elkaar.
In de moderne stad is de afscherming van een weidse blik alleen maar meer geworden door eindeloos steen en bouwsels. De ogen vinden geen horizon en komen zelden uit de verkramping van het kijken naar wat nabij is. Het ontbreken van de vrije verte leidt tot een collectieve bijziendheid. Letters - op mobiel en tablet, in krant en boek, billboards en verkeersborden - lokken de ogen en laten ze niet meer los.
Wie overdag in de grote stad de hemel en de wolken wil zien, moet met het hoofd in de nek recht naar boven kijken, om dan een bescheiden strookje lucht te zien. Wie ‘s nachts de sterrenhemel zoekt: te vergeefs - die zijn door de helle verlichting verbleekt. De smartphone lijkt uitkomst te bieden. Vanuit zelfs de meest bekrompen ruimte laat hij dwars door de muren heen kijken, dwars door iedere barrière en verlengt de blik voorbij de horizon. Hij is een waar venster op de wereld. Wel jammer dat het turen van de ogen toch niet verder komt dan tot het scherm - de bijziende fixatie blijft.
Een lege batterij, wifi storing, een gebarsten scherm, een omgevallen glas water - de bevrijding van het verraderlijke mobiele venstertje is altijd nabij. Na aanvankelijke woede en verwarring zie je weer met eigen ogen. Leve de verveling, leve het zorgeloos verdwalen.
Ring the bells that still can ring
Forget your perfect offering
There is a crack, a crack in everything
That’s how the light gets in
Leonard Cohen
Zelfs een kleine opening kan genoeg ruimte bieden voor grote ontdekkingen.
Carter: ‘Ik maakte het gat een beetje groter, stak de kaars naar binnen met naast me lord Carnarvon, Evelyn en Callender die in spanning wachtten. Eerst kon ik niets zien vanwege de warme lucht die uit de ruimte kwam, waardoor de kaars begon te flikkeren. Terwijl mijn ogen gewend raakten aan het licht, komen details naar voren uit de mist: rare dieren, beelden en goud, overal de glinstering van goud.’ Lord Carnarvon vraagt Carter of hij iets kan zien. Hij antwoordt: ‘Ja, prachtige dingen’.
Dialoog tussen Howard Carter en Lord Carnarvon tijdens de opening van het graf van Tutanchamon.
Observeren zonder zelf gezien te worden heet spioneren. De kijker is buitenstaander en blijft buiten schot. Eerst was er het middeleeuwse schietgat, dat je ongezien naar de vijand liet loeren. Het schietgat evolueerde in het spionnetje, een spiegeltje om stiekem naar het ongewenste bezoek te gluren. En niet lang daarna zijn we plotseling volledig omringd door spiedende camera’s: voor bij de deurbel, voor- en achterin de smartphone, in de supermarkt en in de straat, in de tram en dan nog de camera’s die de andere camera’s in de gaten houdt. Wie kijkt naar wie?
Niet alleen kijken naar het voorwerp
maar er uit beleefdheid
ook in gaan zitten.
Om terug te kijken. Heen en weer.
Als twee mensen die niet bereid
zijn de ogen voor elkaar
neer te slaan.
K Schippers