HET BEELD van de tweede is boven, een Berg is beneden. Een berg onder de aarde, een verborgen berg - een berg die zijn ware gestalte niet toont. In ieder geval niet een berg die overal bovenuit wil torenen en al van grote afstand gezien wil worden. Een Berg ònder de Aarde - het beeld van bescheidenheid.
De originele samurai vind je in Japan, onvervalste cowboys in het Wilde Westen, en voor echte schaatsers moet je in Nederland zijn. Begiftigd met een uniek talent is de Friese of Hollandse stayer onverslaanbaar. De rest van de schaatswereld bakt er weinig van, op een verdwaalde Noor of Amerikaan na, maar die uitzonderingen bevestigen de regel.
Totdat schaatskampioen Bart Veldkamp een aantal Kenianen uitnodigde voor training op de Nederlandse schaatsbaan. Het idee was om te zien of deze Afrikanen, die ijs en sneeuw alleen van horen zeggen kenden, zich op schaatsen staande konden houden. En of ze dan ook maar gelijk klaar gestoomd konden worden voor een marathon op ijs. Het was allemaal te volgen in de documentaire Kluners uit Kenia. Het begin van hun schaatsavontuur was in ieder geval veel belovend.
Het vergezicht: bouw een serie ijshallen in Afrika - en wellicht ook in - pakweg - Mexico en in Nieuw-Guinea. Algauw zullen de Friese en Hollandse schaatser naast het podium staan. Want schaatsbenen hebben ze - de nog-niet-schaatsers op die andere continenten. Het enige wat daar ontbreekt voor een bloeiende schaatscultuur is een ijsbaan. Eenzelfde vooruitzicht is er voor talloze andere sporten, wanneer de voorsprong in faciliteiten en geld van de dominante landen zou worden genivelleerd.
Wij hebben meer hockeyvelden en fietspaden dan de rest van de wereld bij elkaar. Het leven van Keniaanse en Ethiopische hardlopers is een continue hoogtestage. Je hebt steenrijke landen, straatarme landen, landen waar vrouwen niet mogen sporten, landen in oorlog, landen die niet mee mogen doen, klimatologische en geografische factoren die een rol spelen… Neem nou bijvoorbeeld Pakistan, een gigant met 235 miljoen inwoners, maar ze hebben daar precies één zwembad van olympische afmetingen, ooit gebouwd voor de South Asia Games. Je denkt toch niet dat Abdul van 9 uit Lahore daar in mag zwemmen? Denk je dat ze roeien in Nepal? Of zeilen in Bolivia? Trouwens, mooi voorbeeld wel, Bolivia. Al sinds 1936 van de partij, maar nóg wachten op de eerste medaille, als enige Zuid-Amerikaanse land. Zo sneu…
Arjan Schouten en Rik Spekenbrink in het AD
Niks mis mee trouwens, om trots te zijn op eigen prestatie. Maar voor je het weet gaat het presteren een eigen leven leiden en wordt het pure plezier van het doen weggedrukt door het alsmaar vergelijken met die van de anderen. Op school zijn het de niet aflatende toetsen die het spel en de vrije geest verstoren. En dan tijdens de gym les, wat toch dè gelegenheid zou moeten zijn voor het vrije spel, volgt de introductie in competitie. Wat telt is de wedstrijd winnen, en eigenlijk is al bij het poten - het kiezen van de teams - het pleit beslecht. Het zijn altijd dezelfden die als eerste worden gekozen. En dezelfden die als laatste overblijven, die niemand er graag bij wil hebben.
De overtuiging zet zich vast, dat winst en verlies - en ook de ontplooiing van het gegeven talent - van niets anders afhankelijk is dan van de inspanning van het individu. Terwijl samenwerking het wezenskenmerk van de menselijke samenleving is, doen we er op deze manier alles aan om de individuele prestatie lost te koppelen van het web van omstandigheden en interconnecties. Wat volgt is de trots op wat zogenaamd op eigen kracht is bereikt.
Cultuur is een stapeling van bevindingen en vindingen, van het delen van missers en het staan op elkaars schouders. De een gaat verder daar waar de voorgangers eindigden. De lijfspreuk van cumulatieve cultuur is ‘beter goed gejat dan slecht verzonnen’. Dan is het toch vreemd dat we tijdens toets en examen in een eigen bankje zitten en afkijken bij de buren een doodzonde is. Terwijl we in het latere leven en loopbaan geacht met diezelfde buren samen te werken en kennis te delen. Het zijn de talloze factoren die buiten het individu liggen, die het echte gewicht in de schaal leggen. Dat beseffend maakt trots, maar vooral bescheiden.
Je moet je succes niet aan jezelf toeschrijven, dat is volkomen verwerpelijk. Als je dat doet, ontken je de bijdrage die anderen hebben geleverd, de plek waar je geboren bent, je opleiding, je relaties. En misschien nog wel erger, je ontkent de rol van het toeval. Mensen vragen mij soms: wanneer komt de volgende Einstein? Dan zeg ik, die loopt al ergens rond. Dat is een elfjarig meisje in Darfur. Zij gaat niet naar school: zij loopt heel de dag met water te zeulen. En raad eens wat haar lot zal zijn. Ze wordt uitgehuwelijkt aan een vieze oom en daarna krijgt ze malaria. Toen Einstein geboren werd, waren er twee miljard mensen op aarde. Dat zijn er nu acht. Dus wiskundig gesproken weet je dat ergens op aarde vier Einsteins rondlopen. Geluk of pech speelt absoluut een doorslaggevende rol in je succes.
Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde en kunstenaar, in de NRC
Wanneer ik een punt achter het laatste woord van een artikel heb gezet, volgt zonder uitzondering de grote opluchting. Na de lange worsteling met woorden en nog een laatste keer vluchtig doorlezen, sla ik met een tevreden gemoed mijn laptop dicht. Het is klaar, ik ben voldaan.
Afstand nemen is heilzaam. Door een verhaal een tijdje te laten liggen en dan weer op te pakken, word je als schrijver een buitenstaander van je eigen woord. Transformeer je van schrijver in lezer, en die lezer vraagt zich af waar al die kromlopende zinnen, overbodige woorden en het hakkelende ritme vandaan komen. Heeft de schrijver die over het hoofd gezien? Heeft hij per ongeluk in plaats van de definiete tekst een vroege versie van het verhaal met de lezers gedeeld? Een tijd laten liggen dus dan schrijfwerk, dan kan het vlees besterven. En voedt de bescheidenheid over eigen kunnen.
Bescheidenheid ervaren kan ook door afstand nemen in de ruimte, waardoor de dingen in hun perspectief kunnen worden gezien. Beklim de trappen van de plaatselijke kerktoren en kijk als een halfgod neer op de wereld van de sterfelijken, die je net bent ontstegen. Je ziet jezelf over straat lopen, je ziet je eigen praat- en denkballonnetjes, en je voorheen dwingende emoties lijken van deze afstand opeens heel relatief.
Boek een vlucht met een luchtballon en kijk vanaf nog grotere hoogte neer over het land dat je zo bekend is. Vanuit de passagiers mand verstilt het rumoer en gedoe van het leven daar beneden; winst en verlies verwaaien met de wind.
Kijk op van de krant of je iPad en tuur door het ronde vliegtuigraampje naar buiten, naar de wereld boven de wolken. Een mystieke en nederig makende ervaring; allen die leefden in vliegtuigloze tijden zouden je erom benijden.
De astronaut kiest nog een grotere afstand om terug te kijken naar zijn leven op aarde. in The Overview Effect delen een aantal astronauten hun ervaring met hun ‘earth gazing’. Voor aanvang van hun ruimtereis hadden ze zich voorgesteld hoe het zou zijn om van buiten de dampkring de sterren te kunnen observeren. Maar tot hun verbazing besteedden ze hun vrije tijd in het ruimtestation niet om vandaar nog verder de ruimte in te kijken, maar juist om vanaf de enorme hoogte de aarde te herontdekken. Hun leven zou nadien niet meer hetzelfde zijn.
We kunnen ons het bouwen van een ruimteraket besparen. Er zijn eenvoudiger opties om iets van de bescheiden nederigheid te ervaren. Ontvlucht op een onbewolkte dag voor even de stad en ga naar het strand of naar het land, in ieder geval naar een plek met weinig kunstlicht. Wacht tot de avond valt en zoek een ligstoel, installeer een hangmat, of ga eenvoudig op je rug in het gras of het zand liggen. Kijk naar de sterren, verdere instructie is overbodig.
Zoek je toch meer inspiratie en aanmoediging om ‘s nachts je te laten opnemen door sterren en melkweg, bezoek dan de website van de Dark Sky Society. Zij is de klokkenluidster van het proces oprukkende kunstlicht en het verbleken van de sterrenhemel. Er groeit een generatie kinderen op dat nooit het wonder van de zwarte oneindigheid en het oneindig aantal kleine lichtjes zag. Het kunnen zien van een donkere sterrennacht is geen luxe; het is de spiegel van ons bestaan.
I have loved the stars too fondly to be fearful of the night …
Sarah Williams