hoofdstuk 39. HINDERNIS #1
over bergpassen en waterlinies, de heen-en-weer-wolf en een lange omweg
HET BEELD van de twee trigrammen: beneden is een Berg, boven is Water. Bergen en rivieren vormden in alle tijden een barrière voor de reiziger, voor dieren en voor planten. Zelfs het weer wordt door bergketen of rivierloop vaak gedwongen tot een omweg.
‘Water boven Berg’ laat zich verbeelden als besneeuwde bergtoppen. Of een in mist gehulde bergpas gehuld, een woeste bergrivier of een gletsjer. Zij waren de schrik van iedere reiziger. In de tijd van Hannibal of De Kruistocht in Spijkerbroek was het bedwingen van de Alpen passen een huiveringwekkend avontuur. Tegenwoordig passeer je de Alpen in een oogwenk. Neem bijvoorbeeld de Gotthardtunnel en je rijdt zorgeloos, al snackend, onder de grote bergreuzen door.
Twee wezenskenmerk van het Water trigram zijn het ongewisse en het gevaarlijke. Deze nemen de vorm aan van verdwalen, van lawines, van wilde dieren en rovers, onvoorspelbaar weer en misrekening. En waar vindt de reiziger eten in de naakte bergen? Gebruik maken van de handige tunnel brengt weliswaar zijn eigen gevaren met zich mee, maar Dolf van Amstelveen en de Carthaagse krijgsheer zouden het wel geweten hebben.Â
Van Alpenpas naar rivier. De Overijsselse Vecht is in het grootste deel van het jaar de liefelijkheid zelve. Maar in de winter of vroege voorjaar vertoont ze soms haar ware gezicht. Het water niveau rijst iedere dag, overstroomt de uiterwaarden en buitendijkse huizen, en ontmoet tenslotte de dijk. Van dijk tot dijk, stroomt er dan een brede ongetemde watermassa. De aanblik ervan maakt nederig, want de maakbaarheid van de natuur blijkt heel relatief. De vriendelijke Zomer Vecht laat zien dat zij haar woeste afkomst niet vergeten is.
Een Wilde Vecht vormde eens een formidabele barrière voor wie haar wilde oversteken. De begeleidende tekst van het Hindernis hexagram gheeft niet voor niets het advies: ‘in geval van hindernis: ga links of ga rechts’. Wellicht is de oversteek verderop makkelijker; misschien is verderop een voorde, een oversteek plaats, een pontje, wie weet een brug. Wat de tunnel en de pas zijn voor de bergen, dat zijn de brug en de voorde voor het rivierenland.
Voor de tijd dat er bruggen werden gebouwd, kon de rivier bij laag water bij een voorde worden doorwaad. De cowboys uit Rawhide dreven de kudde runderen er veilig doorheen naar de overzijde. En hobbit Frodo ontkwam er ternauwernood aan zijn achtervolgende zwarte ruiters. Een voorde trok mensen aan en in de loop van de tijd ontstond er een nederzetting die uitgroeide tot dorp of stad. Voorde - of zijn synoniemen ‘trecht’ en ‘tricht’ - komen in veel hedendaagse plaatsnamen terug.
En dan, de onvolprezen pont. Vlak bij de boerderij waar we nu wonen, direct aan de Vechtdijk gelegen, was indertijd het ‘Kleine Veer’ of ‘Nieuwe Veer’, later verbasterd als ‘Nierveer’. Nieuw? Al in 1376 werd er in een document gewag van gemaakt. Soms, bij laag water, liet de rivier zich hier doorwaden. Maar gewoonlijk bracht het veer passagier en handel naar de overzijde. Voor de overtocht moest de veerman met opmerkelijke valuta worden betaald: boter.
Zo hadden de inwoners van Emmen gratis overtocht (als ze te voet waren) over het Kleine Veer, de pachter van het veer mocht dan alleen anderen veergeld laten betalen. Voor Dalfsenaren betekende dit dat iedere inwoner van het kerspel Dalfsen jaarlijks vier pond boter moest betalen voor veergeld en dan was het toegestaan maximaal 2 keer per dag mee te varen. Dalfsennet
Om de hindernis in de bergen te slechten, wend je je aldaar tot een berggids of sherpa. Het donkere onpeilbare water oversteken doe je daarentegen met hulp van Charon, de Hades veerman. Of je fluit drie maal en verzoekt de Heen-en-Weer-Wolf tot een overtocht. Beide brengen je veilig naar de overzijde.
Wij zijn hier aan de oever van een machtige rivier
De andere oever is daarginds, en deze hier is hier
De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant
Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland
En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed
Want dat is van belang voor als u oversteken moet
Dat zou nog best eens kunnen, want er is hier veel verkeer
En daarom vaar ik steeds maar vice versa heen en weer
De Veerpont, ook wel Heen en Weer - drs P
Bedenk wel, hindernissen zijn er om te overwinnen. Zonder obstakels zou het leven ook geen oplossingen kennen. Het Hindernis hexagram wordt omgekeerd en het hexagram van Bevrijding verschijnt. Nu is het wel zaak er voor te zorgen dat de oplossing op den duur niet zelf de volgende hindernis wordt.
Ik breng de mensen heen, ik breng weer anderen terug
Mijn pont is als het ware ongeveer een soort van brug
En als de pont zo lang was als de breedte van de stroom
Dan kon hij blijven liggen, zei me laatste een econoom
Maar dat zou dan weer lastig zijn voor het rivierverkeer
Zodoende is de pont dus kort en gaat hij heen en weer
Dan vaart hij uit, dan legt hij aan, dan steekt hij weer van wal
En ondertussen klinkt langs berg en dan mijn hoorngeschal.
De Veerpont, ook wel Heen en Weer - drs P
Ten tijde van het ontstaan van de I Ching vormden de grote rivieren van China al imposante barrières. In het noorden van het land stroomt de Huang He - de Gele Rivier - en in het zuiden de Chiang Jiang of ook Yangtze. In hun bovenloop is het water woest en woedend, hun benedenloop is een massieve watermassa. De oversteek was geen sinecure, maar dat gold evengoed voor een potentiële veroveraar. Een obstakel voor de reiziger en de handel veranderde in een verdedigingslinie. Zoals Rijn en Donau dat eens waren voor het Romeinse imperium. Of dichter bij huis, de Hollandse Waterlinie voor de Republiek.
Een tweede gedaante van Hindernis in het oude China was de Himalaya. Onder Berg en boven Sneeuw. Van oudsher moesten reizigers ‘s werelds hoogste bergketen mijden en noodgedwongen de lange omweg er omheen maken. Indiase boeddhistische monniken ondernamen de tocht te voet - westwaarts en noordwaarts - tot waar nu Pakistan en Afghanistan liggen - en omcirkelden zo de ongenaakbare bergreuzen. Ze doorkruisten de kurkdroge Taklamakan - de ‘Enter en Never Return Dessert’ - ken je een meer archetypische naam voor een obstakel? Om uiteindelijk in oases als Turpan en Dun Huang te arriveren, pleisterplaatsen op de Zijderoutes, al een eind op weg in de richting van de Chinese hoofdstad Chang’an.
Chinese monniken op weg naar India bereisden de omgekeerde weg. Een fantasierijke versie van dit fenomeen is te lezen in de De Reis naar het Westen, waar monnik Tang Sanzang samen met, Sun Wu Kong, de Apenkoning en hun kornuiten deze lange gevaarlijke reis rond om de Himalaya heen ondernamen.
De figuur van Tang Sanzang was gebaseerd op de historische figuur Xuan Zang (602-664), een Chinese monnik, die de ontzagwekkende voettocht twee maal volbracht. Hij vetrok naar India om een diepgaande studie te maken van het Boeddhisme. Na jaren keerde hij terug naar China met medeneming van een groot aantal boeddhistische teksten. De vertaling door hem in het Chinees markeerde de ontmoeting van de twee grote Aziatische culturen.
Een goede vijftien jaar geleden bezocht ik de Wild Goose Pagoda vlakbij de toenmalige Chinese hoofdstad Chang’an, nu Xi’an. De door Xuan Zhang uit India meegebrachte en vertaalde teksten werden in dit klooster bewaard. In datzelfde jaar voerde een tweede reis me naar Nalanda aan de andere zijde, de zuidzijde, van de Himalaya. Daar, in het noorden van India, stond de oude boeddhistische universiteit, waar Xuan Zang verbleef en studeerde. Deze twee plekken, door een reusachtig gebergte van elkaar gescheiden, zijn door reizigers als Xuan Zhang in geschiedenis en cultuur innig met elkaar verbonden.